Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [25]wijkt niet af; want gij zoudt [26]de ijdelheden na[volgen], die niet bevorderlijk zijn, noch verlossen, want zij zijn ijdelheden. 25. Te weten, van den Heere. 26. Dat is, de afgoden, die ijdelheden genoemd worden, [omdat de afgod niet is in de wereld]; gelijk Paulus zegt 1 Kor.8:4; of, omdat zij niet bevorderlijk zijn, gelijk Samuel hier zegt; of omdat zij niets anders zijn dan het werk van de handen der mensen, Lev.19:4; Ps.115:4; of omdat zij de mensen tot ijdelheid en leugens verwekken.